Algemeen
Het zit er helaas weer op. Vijf dagen lang vermaakten 510 bezoekers zich met een breed scala aan Digital Humanities-zaken zoals infrastructuur, (editing-)tools en wetenschappelijke resultaten die dikwijls verkregen waren via de tools cq. infrastructuur. Hieronder een kort verslag van zes boeiende dagen in Hamburg.
Het universiteitsgebouw waar de conferentie plaatsvond lag 100 meter van het Damtorstation en 75 tot 150 meter van de hotels van veel bezoekers. Het weer zat niet heel erg mee, maar daar je toch 80% van de tijd in de collegebanken zit te luisteren, was dit overkomelijk. De organisatie was fantastisch: zowel Duits Gründlich (echt alles klopte) als vriendelijk en flexibel (bijna alles kon geregeld worden).
Vergadering
De week begon op zondag om 13:30 met de ADHO-vergaderingen en de presentaties van drie kandidaatsteden: Utrecht, Umeå en Lausanne. Helaas won Lausanne zoals al eerder is vermeld!
Workshops
Maandag en dinsdag waren er workshops waarbij de door CLARIN-D georganiseerde infrastructuurbijeenkomst op maandag voor mij (=CLARIN) de boeiendste was. Een andere, eveneens boeiende workshop ging over de verankering in Duitsland van DH in het curriculum van de studenten. Duitsland is daar verder in dan Nederland en het heeft daarom zin om de ontwikkelingen daar in de gaten te houden. De maandagavond werd afgesloten met een slowfood-feestmaal in restaurant NIL: heerlijk en, vergeleken met Nederland, gunstig geprijsd :-). De workshops van dinsdag waren minder CLARIN-specifiek, maar zeker de moeite van het volgen waard.
Conferentie
De conferentie begon al op dinsdagavond om 17:30. Uiteraard eerst een officiële opening door de “local organiser" Jan Christoph Meister, gevolgd door een boeiend betoog van keynote spreekster Prof. Dr. Claudine Moulin: “Digital Humanities and Research infrastructures from an international and interdisciplinary perspective”. Moulin is bovendien hoofd-auteur van het in 2011 verschenen document: “the ESF-Science Policy Briefing on Research Infrastructures in the Humanities” en haar lezing bevatte veel van de in dit document genoemde items.
Het betoog was meer een politiek manifest dan een wetenschappelijke verhandeling en klonk de aanwezige CLARIN- en DARIAH-deelnemers als muziek in de oren. Moulin bepleitte in haar toespraak het belang van “infrastructuur”, van het behoud van de “diversiteit aan talen”, en van nieuwe vormen van onderzoek, evaluatie & publicatie. Last-but-not-least benadrukte ze de rol die kunst speelt binnen DH.
De gehele lezing is, net als veel andere lezingen (nog steeds) te zien op de videolectures-site van de conferentie (60 minuten, vanaf ±minuut 32). De keynote werd besloten met een overvloedige receptie, waardoor de zoektocht naar een goed adres voor een diner overbodig werd.
Woensdag t/m vrijdag waren de dagen gevuld met het bezoeken van 36 lezingen, een groot aantal posters en een door Google aangeboden receptie waar de marketingdirecteur van Google-Europe iedereen die een goed idee had op het gebied van DH uitgenodigde om dat idee te komen toelichten op het Europese hoofdkantoor in Parijs!
Te veel tekst-onderzoek
Duidelijk was dat er erg veel papers waren over a) software die geschikt is voor het annoteren van (oude) teksten en b) onderzoeksresultaten over bestudeerde teksten. Kortom, er was een behoorlijke overdaad aan “teksten”; iets waarvan ook de organisatoren zich bewust werden. Immers, DH is meer dan literatuuronderzoek. Zaken als Oral History, Image Research, Geschiedenis, Archeologie, gebruik van DH in erfgoedinstellingen, de rol van het MKB in het geheel en meer, horen zonder meer ook op deze DH-conferentie thuis. Het idee bestaat dat de nadruk op teksten anderen er van weerhoudt aan de conferentie deel te nemen. Deze vicieuze cirkel moet eigenlijk zo snel mogelijk doorbroken worden door bv “anderen” uit te nodigen/te overtuigen andersoortige papers in te sturen.
Pareltje
Het zou te ver gaan alle bezochte lezingen te noemen, maar één presentatie sprak toch wel erg tot mijn verbeelding: “The Stylometry of Collaborative Translation” door Jan Rybicki. Het boek “Night and Day” van Virginia Woolf uit 1919 werd (pas) in 2011 in het Pools vertaald. De gerenommeerde vertaalster Anna Kołyszko overleed voordat ze het gehele boek had vertaald. Het werk werd afgemaakt door de eveneens gerenommeerde vertaalster Magda Heydel die bovendien de gehele vertaling redigeerde. De centrale vraag was nu: kun je met stylometrie bepalen welke hoofdstukken door Anna en welke door Magda waren gedaan. Wel, dat kan zoals uit het plaatje blijkt.
De laatste dag werd besteed aan opeenvolgende boeiende panelsessies. De eerste sessie was “Topic Modeling the Past” waarbij vooral het derde verhaal over het nationalisme in de kranten tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog erg aansprak: als het weer eens slecht ging met de oorlog (aan beide zijden) dan schreven de kranten "extra patriotisch" om nieuwe recruten te krijgen.
De laatste sessie “Computational models of narrative structure” onder leiding van Rens Bod maakte nog eens duidelijk hoe lastig het is om de kern-structuur uit een eenvoudig verhaal te halen: niet alleen lastig voor computers maar ook voor mensen.
Receptie en diner
Donderdagavond was er na afloop van de lezingen een bijeenkomst op het schitterende Hamburgse Rathaus waarna we per bus naar een 19de-eeuwse klipper Rickmer Rickmers in de oude haven werden vervoerd. Een avond genoegelijk netwerken onder het genot van een eenvoudige doch voedzame maaltijd, gevolgd door een terugtocht door een miezerig Hamburg.
De laatste keynote was wellicht zeer de moeite waard, maar de trein vertrok om 17:30 zodat besloten werd die laatste sessie te laten voor wat het was. Al met al een teleurstellende (door het niet naar Utrecht kunnen halen van de DH2014-conferentie), vermoeiende (van 08:00 tot 23:00 bezig met praten, luisteren en netwerken), en zeer boeiende en inspirerende conferentie die weer een hoop nieuwe energie geeft voor het komende (CLARIN-)jaar.